Plasterk droomt, ontwaakt en kijkt verward om zich heen. Badend in het zweet reconstrueert hij wat er zojuist is gebeurd. Onze minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) is niet opgehitst door een natte droom. Dit is beschamender. Een nachtmerrie over doorgeslagen seksualiteit verstoorde zijn nachtrust. De Emancipatienota, die deze vermeende ontwikkeling moest aanpakken, is een rampenplan. Ronald beseft zich dat hij door het CDA en ChristenUnie een spookbeeld heeft laten aanpraten. Hij wordt geteisterd door een koortsdroom, nadat hij in slaap viel toen de beslissingen werden genomen.
Het uit 2007 afkomstige plan heeft geen enkele impact gehad op het collectieve beeld tegenover seksualiteit. De serie maatregelen werd destijds door vele critici met hoongelach ontvangen, voornamelijk op het gebied van de media. Commerciële zenders laten zich namelijk niet voorschrijven wat ze wel en niet mogen uitzenden. Alle inspanningen van de slaapminister zijn voor niets geweest, blijkt nu. Hoe kon dit gebeuren onder de ogen van een voormalig wetenschapper?
De Emancipatienota is namelijk zo lek als een mandje – een plan waar de christen-democratische bekrompenheid vanaf druipt. Plasterk heeft als onderzoeker geleerd om helder en systematisch te redeneren, maar ging de laatste jaren met de verkeerde kabinetsvrienden om. Hij dacht de goede raad van zijn coalitiegenoten op te volgen, maar beseft zich nu wellicht dat ze hem een loer hebben gedraaid. Het plan had vanaf dag 1 geen kans van slagen. Zijn Emancipatienota is een product van tunnelvisie, angstzaaierij en slecht onderzoek.
Beleid voor iedereen is beleid voor niemand
Allereerst is dit plan gericht op de algemene jongerencultuur, terwijl het probleem aan de rand van de samenleving speelt. Het beleid van Plasterk speelt in op massamedia die een breed bereik onder jongeren hebben. Dit terwijl de Emancipatienota – inclusief bijbehorende onderzoeken – zelf al vaststelt dat de problemen bij een kleine groep jongeren spelen. Deze tieners bevinden zich doorgaans in het criminele circuit: niet de typische doorsnee van de pubercultuur die Plasterk met zijn plan probeert te bereiken. Zouden gerichte maatregelen voor deze probleemjongeren geen betere oplossing zijn? In Plasterks logica is de uitzondering echter de regel.
Het gevaar van de foxtrot
Daarnaast is er in het beleidsplan geen enkele reflectie naar het verleden gedaan. Als Plasterk en consorten dat wel hadden gedaan, dan waren ze er achter gekomen dat de seksualisering al sinds mensenheugenis gaande is. De Nederlandse regering liet in 1928 onderzoek doen naar danslokalen. Het verontrustte de bewindslieden dat jongeren – getekend door de Eerste Wereldoorlog en armoede – zich lieten gaan op de klanken van de foxtrot. ,,Het gevaar van sexueele prikkeling heeft bij de moderne dans een graad bereikt die vóór deze niet aanwezig was’’, aldus het onderzoek. Zo’n reactie lijkt in onze tijd belachelijk, maar ziehier: het Emancipatieplan is de moderne versie van het ‘dansvraagstuk’. Deden we daar destijds zo moeilijk over?
Blijkbaar is het kabinet vandaag de dag van mening dat we dit serieus moeten nemen. De voorgespiegelde gevolgen zijn desastreus. Pubers spelen niet meer met hoepels en tollen, maar denken alleen aan seks. Tienermeisjes bieden hun lichaam aan voor een breezer, en laten de poppen in de hoek van de kamer liggen. Politici dachten in het verleden maar al te vaak dat de seksuele moraal doorsloeg. Is het tegenwoordig echt zo erg, of worden er overhaastige conclusies getrokken? Het veronderstelde probleem wordt door het huidige kabinet niet in een historische context geplaatst. De ‘vroeger was alles beter’-mentaliteit is in dit geval misplaatst. We hebben vaker gedacht dat de maatschappij ten onder ging aan pornoficatie. Achteraf lachen we om de voorgestelde doemscenario’s. Relativering is hier op zijn plek.
Conclusies door suggestie
Het onderzoek dat ten grondslag ligt aan het mediabeleid, deugt eveneens van geen kant. Het verband tussen de media en de voorgestelde gevolgen voor jongeren wordt nergens aangetoond. De conclusies worden getrokken op basis van tekort schietende informatie. Cijfers over het glazen plafond en tienerzwangerschappen zeggen immers niet dat dit de schuld is van TMF, MTV en BNN.
De conclusies zijn dan ook allerminst overtuigend. Er wordt in de onderliggende onderzoeken enkel gesuggereerd over een verband tussen media-invloed en seksualisering. Dat is niet verwonderlijk, aangezien deze rapportjes niet eens degelijk zijn opgezet. Een willekeurige greep uit de stapel onderzoeken maakt duidelijk dat suggestie en nattevingerwerk de basis is van dit beleid. ,,Op basis van de literatuur, de gesprekken met veldexperts én de secundaire analyses kunnen wel groepen worden onderscheiden, waarbinnen instrumentele vormen van seks vaker voor lijken te komen. Ten eerste lijkt dit gedrag vaker voor te komen in grote steden’’, aldus een onderzoek van de Rutgers Nisso Groep (RNG). Verderop wordt er zelfs openlijk toegegeven dat men de vraag over de seksbeleving van jongeren niet eens kan beantwoorden: ,,Op deze vraag valt op basis van dit onderzoek nauwelijks antwoord te geven.’’
Naast het feit dat dit instituut subsidie ontvangt – waardoor ze er baat bij hebben om het probleem op te blazen – zit het rapport vol met deze vage beschrijvingen. Seksualisering lijkt volgens het onderzoek vaak voor te komen, maar echt zeker weet de RNG dat niet. Een middelbaar scholier levert degelijkere onderzoeken af. Plasterk beseft zich vermoedelijk nu pas dat OCW voor Onkundigen, Charlatans en Warhoofden staat.
De christelijke partijen hebben de wetenschapper van het kabinet een slaappilletje met een bittere nasmaak toegediend. Nu hij is ontwaakt uit zijn comateuze slaap, ligt er een plan ligt dat zelfs zijn ergste dromen overtreft. Een plan waarin de verkeerde groep jongeren wordt ‘geholpen’, dat geen enkele historische relevantie bevat en waar wetenschappers hun neus voor ophalen. Onze minister is bij de neus genomen door het gelovige deel van het kabinet. Geeft niets Ronald, slaap maar lekker door. Dan merk je er niets van.
GESCHREVEN TER AFSLUITING VAN HET VAK ARGUMENTATIE & RETORICA.