Anderhalf jaar internetredactie bij de krant (regionaal dagblad de Stentor), anderhalve maand bij NU.nl (uiteraard internet-only). Op het eerste gezicht zou dat geen grote overstap moeten zijn, want je werkt toch voor hetzelfde medium? Maar schijn bedriegt.
Uit mijn eigen ervaring zijn er een vijf flinke verschillen aan te wijzen, namelijk leeftijd, hiërarchie, tempo, focus en mentaliteit.
Leeftijd
Allereerst het meest opvallende verschil: leeftijd. Bij de regionale krant was ik met mijn 27 jaar veruit de jongste persoon op de redactie. Sinds april werk ik bij NU.nl en ben ik ergens in de middenmoot te vinden.
Is dat goed of slecht? Je kunt beredeneren dat je daarmee enorm veel ervaring mist, maar ik heb dat eerlijk gezegd nog niet gemerkt. Sterker nog, volgens mij is het voor een internetredactie een enorm voordeel. Je hebt een groep zogeheten digital natives bij elkaar die exact weten hoe het internet werkt.
Iedereen weet wat HTML is, snapt hoe je op Twitter informatie kunt verifiëren, begrijpt wat mensen op internet willen lezen. Leeftijd is hier dus geen platte statistiek, maar het generatieverschil is bepalend. Het onderscheid tussen iemand die wel of niet met internet is opgegroeid. Gelukkig kun je altijd bijleren, maar de voorsprong van de digital natives is nauwelijks in te halen.
Hiërarchie
Wat ik bij de krant ontzettend vervelend vond, is een discussie die door een oudere redacteur werd afgekapt omdat hij/zij hoger in de hiërarchie stond. ‘Ik werk al dertig jaar bij de krant, dus probeer mij maar niet uit te leggen hoe ik mijn werk moet doen’, heb ik meer dan eens gehoord. Uiteraard lang niet van alle krantencollega’s – de weegschaal arrogant/vriendelijk slaat gelukkig door naar de vriendelijke kant – maar bij NU.nl is het ondenkbaar dat zo’n opmerking wordt gemaakt.
Uiteraard omdat NU.nl geen dertig jaar bestaat, maar ook omdat de hiërarchie volledig op het internet is gebaseerd. De beste opmerking drijft in een discussie vanzelf naar boven, niet omdat een oudere redacteur met misplaatste arrogantie zijn zin kan en mag doordrukken. Meritocratie als redactiestructuur.
Tempo
Dat brengt mij naar het volgende verschil dat daaruit voortvloeit: tempo. Ik verwachtte een enorme hectiek op de NU.nl-redactie toen ik daar voor de eerste keer kwam. ‘Elke minuut een deadline’, dat soort toestanden. Ik kwam er snel achter dat er een heel ander mantra heerst, namelijk ‘rust is snelheid’. Iedereen weet wat er van elkaar kan worden verwacht, de structuur is duidelijk en alles wordt op het nieuws van nu ingezet.
Bij de regionale krant was het geen chaos, maar je moest wel schakelen tussen veel verschillende snelheden. De papieren krant en internet kennen beide een eigen ‘alles loopt op rolletjes’- en crisis-tempo. Als je zoveel ballen in de lucht moet houden, moet je compromissen sluiten. Dat gaat ten koste van de snelheid, de kwaliteit en de volledigheid van je berichten.
Focus
En daar zit nou net het vierde grote verschil, namelijk focus. Bij de krant moet je continu de keuze maken wat je wel of niet direct online zet. Bewaren of de eerste willen zijn? Krantenlezers minder waarde voor hun geld geven of het risico lopen dat een concurrent met het nieuws aan de haal gaat?
Niets is vervelender dan een verhaal achter moeten houden en het een halve dag later ergens anders terug te zien. Bij een internet-only-redactie heb je dat probleem niet. Het heet niet voor niets NU.nl.
Ik snap de keuze van kranten voor papier: een verdeling van 90-10 qua inkomsten papier-internet. Maar het gevolg daarvan is dat je internet maar half doet, omdat daar niet voldoende aandacht voor is. Dezelfde redacteur die namelijk geneigd is om zijn zin door te drukken, is niet geheel toevallig ook de persoon die cynisch tegenover internet staat. ‘We verdienen er toch niets mee, dus waarom zou ik daarvoor mijn best moeten doen?’
Met die discussie over geld kun je de volgende vraag stellen: Moet je een internetredactie beschouwen als een startup?
Mentaliteit
Dat is namelijk het vijfde verschil dat ik bij NU.nl merk: de mentaliteit om als een startup te blijven denken. Elke dag bereid zijn om problemen vanuit een nulpunt te benaderen. Stel dat we vandaag zouden beginnen, hoe zouden we het dan doen?
Als je een applicatie wilt laten bouwen, loop je naar de andere kant van de zaal, waar product management en programmeurs zitten. Bij de regionale krant moest ik naar een plaats ver buiten de regio bellen. En zo’n belletje is voor een programmeur makkelijker te negeren dan een redacteur die naast je bureau staat te klagen.
Voor een krant is de mentaliteit overleven: de oplage daalt, maar internet levert niet genoeg op. Hinken op twee gedachten. Elke keuze is daar in doordrenkt. Het is defensief en gericht op lijfsbehoud. En dat terwijl een startup bereid is om de eerste jaren verlies te lijden terwijl je er vol voor gaat. Dan ben je een nieuwsorganisatie die durft te ondernemen.
Conclusie na ‘twee keer anderhalf’
Ik ben van mening dat een internet-only redactie stukken beter is dan een internetredactie bij een krant. Kijk de cijfers bij de STIR er maar op na. NU.nl fier bovenaan, NRC.nl groeit sinds de scheiding van papier en internet.
Mijn conclusie na ‘twee keer anderhalf’ is dan ook: koppel internet en papier van elkaar los. Behandel de nieuwe internetredactie als een startup, dus wees bereid om de eerste paar jaar verlies te maken. Geef een jonge redactie de vrije hand om snel te kunnen schakelen en probeer ze geen klassieke organisatievorm op te dringen.
Of doe dat niet en laat internet-only redacties voorlopig heersen.
Interessant stuk. Jerry heeft gelijk dat er een correlatie is tussen leeftijd en ‘digital native’. Maar dat is niet het gevolg van die leeftijd, maar van de vrij universele menselijke eigenschap om op enig moment op te houden met (willen) leren. You can’t teach an old dog new tricks, is niet voor niets een bekend spreekwoord.
En daarin zit ook een gevaar. Iedereen wordt ouder en Ik heb de nodige studenten meegemaakt die op hun 21ste al exact de houding hadden die Jerry bij zijn voormalige, soms veel oudere, collega’s aantrof. Ander voorbeeld: (jonge) webredacteuren van een niet nader te noemen online publicatie die niets wilden weten van de lessen die getrokken waren uit goed opgezet usability-onderzoek want dat vonden ze ‘niet mooi’.
Het lijkt wel of de flexibiliteit van het wereldbeeld bij veel mensen stokt zodra ze niet langer via ons onderwijssysteem worden gedwongen.
Terwijl dat niet hoeft. Er zijn genoeg mensen te vinden die, ongeacht hun leeftijd, nog aan nieuwe dingen willen beginnen, en dat met groot succes doen. Vinton Cerf is 68 en adviseert Google op het hoogste niveau. Craig Venter is 65: hetzelfde verhaal. Ontwikkelde recent nog kunstmatig leven. Eric Topol, groot digitaal vernieuwer in de Amerikaanse gezondheidszorg is 58.
Moraal van deze te lange reactie? Hou jezelf scherp. Denk nooit dat je alles al weet. Blijf openstaan voor mensen die je vertellen hoe je je werk moet doen. Vooral als ze je irriteren en je mopperend naar huis fietst over zoveel domheid die niet kan kloppen. Want soms klopt het toch. En dan is ophouden met boos worden hezelfde als ophouden met leren.
He Jerry, over je laatste punt: dat gebeurt al steeds meer. Maar de grote vraag is: hoe organiseer je het? Zonder geld, met steeds minder mensen.
Het gebeurt steeds meer, maar je ziet ook de omgekeerde beweging: papier en internet combineren (met alle kopzorgen die daarbij horen, zoals eeuwige discussie wat online en in de krant van morgen moet).
Ik heb geen zicht op hoeveel geld er beschikbaar is bij de uitgevers, maar ik kan me toch nauwelijks voorstellen dat er geen geld is om een kleine redactie voor internet-only op te richten. Als kleine startups hun broek al omhoog kunnen houden, dan moet dat toch ook binnen een grote uitgever kunnen? Begin desnoods met een redactie van vijf man/vrouw: redactie en programmeur. Duidelijke visie, richten op een ding waar je heel goed in wilt worden en twee jaar de tijd geven om te groeien. Lukt het dan niet, schiet het af. Maar denk steeds: ‘Stel je voor dat dit een onafhankelijke startup is, wat zou ik dan beslissen?’
Volgens mij is er in Nederland nog steeds ruimte voor een internetredactie die lange verhalen (een soort longreads of het in oprichting zijnde Matter) betaald (gratis op internet, betaald in boekvorm, e-book en/of papier) aanbiedt. Of bedenk maar waar nog behoefte aan is. Je kunt per uitgever wel drie van dat soort kleine redacties oprichten.
Maar ja, als je het financieel koppelt aan de papieren krant, dan is er steeds minder geld voor internet. Dat is ook een groot nadeel aan die directie koppeling, denk ik. Omdat je het dan ook boekhoudkundig aan elkaar koppelt, is er voor het bedrijf in oprichting steeds minder geld beschikbaar (want papieren inkomsten dalen). Dan lukt het nooit en word je door ‘echte’ startups ingehaald. Dat zou zonde zijn.
Je geeft een goed advies, maar waarschijnlijk veel te laat. In 2001, vlak na het klappen van de internetzeepbel, geloofden investeerders weer in de krant. Dat was het moment dat kranten op de door jou beschreven manier in internet hadden moeten investeren. De kranten hadden de content, er was geen concurrentie en er was voldoende geld. Maar dat is niet gebeurd. Nu.nl kon daardoor zonder noemenswaardige concurrentie uitgroeien tot de nummer 1.
Niets is eeuwig op het internet, dus er kan een nieuwssite komen die het nog beter doet dan nu.nl. Ik verwacht dat zoiets kan gaan gebeuren als video belangrijker gaat worden dan geschreven tekst. Maar de kans dat zo’n concurrent voortkomt uit een krant is ongeveer 0,0. Ze hebben al zo lang kansen niet gegrepen, dat het nu ook wel niet zal gebeuren.
Helemaal mee eens. Volgens mij zou het wel goed zijn om een hele felle concurrent naast NU.nl te hebben qua nieuws: concurrentie houdt je scherp, ook al heerst er nu al elke dag het hongerige gevoel om de beste en snelste te willen zijn.
Of die concurrentie uit de krantenwereld komt… wie weet. Het kan inderdaad net zo goed een nieuwssite zijn die nu op een zolderkamer wordt geknutseld, met allerlei dingen waar wij nog niet over hebben nagedacht. Ik gok ook op die laatste categorie, maar je weet maar nooit wat ze bij TMG, Wegener en Persgroep aan het uitbroeden zijn.
Hi Jerry,
Dank voor je observatie.Ik denk dat je gelijk hebt bij leeftijd/tempo/hierarchie/focus & mentaliteit. Valt mij ook op dat er steeds wordt gesproken over vroeger en geld.Het is zeer knap om in deze tijd een site als nu.nl op eenzame hoogte te houden. In mijn ogen heeft dit niets met geld te maken maar met je belangrijkste verschillen
Jerry, goede en interessante analyse. Ben het grotendeels
met je eens, waar het gaat om het “brengen” en verrijken van content. Daar heb je inderdaad een dedicated onlineredactie voor nodig. Voor het halen van het nieuws zul je, bij van oorsprong print-organisaties, altijd van een hybride model moeten uitgaan. Nieuws halen en maken is zeer arbeidsintensief, zeker in niet homogene regio’s. Je ontkomt er dan niet aan dat verslaggevers voor zowel print als online werken.
Een zelfstandige onlineredactie met halers en brengers zou voor de Stentor onbetaalbaar zijn.
Klopt, het ideale model en het haalbare model zijn twee verschillende zaken. Je hebt al een enorme poel aan verslaggevers die achter de onderwerpen aan rent. Het zou vreemd (en ongelooflijk duur) zijn om die niet te gebruiken voor zowel krant als internet.
Hoewel, stel je voor dat je nu een nieuwe regionale website zou oprichten. Ik kan me theoretisch heel goed voorstellen dat er naast de Stentor een regionale concurrent op internet opstaat. Een website die met een kleine redactie begint en langzaam uitgroeit tot een financieel gezond bedrijf met kwaliteitsnieuws. Een redactie die in het begin specifiek keuzes moet maken voor onderwerpen (niet alles uit de gemeenteraad, maar wel vastbijten in een paar onderwerpen).
Als een ander dat kan, dan moet het ook bij de Stentor kunnen. Stel dat zo’n website na een paar jaar de ‘echte’ Stentor-site opvreet qua Apeldoorns nieuws, dan heb je in ieder geval jezelf opgepeuzeld.
Maar dat is slechts een van de vele mogelijkheden. Wie weet pakt de iPad-strategie zo goed uit dat daar een eigen, onafhankelijke redactie ontstaat met een gedeelde poel redacteuren. Ik hoop het wel. 🙂
Je zou kunnen stellen dat kranten een blok aan het been zijn van internetredacties. Niet zozeer vanwege het verschil in de ervaring van de journalisten, maar vooral omdat de twee media totaal verschillende missies hebben. Wat heeft het bijvoorbeeld voor zin om een internetmedium wijs te maken dat ‘het moet overleven’, als het nog maar ‘net’ geboren is – en eigenlijk alleen kan groeien?
Op het weblog van Alexander Pleijter schreef ik eerder over Wegener en de nieuwe iPad-apps: “Waarom trekken ze de krantenredactie en de ‘internetredactie’ niet uit elkaar? Laat ze fungeren als twee losse en zelfstandige media, met een ander publiek en een ander beleid. Kannibalisatie lijkt dan een stuk minder aan de orde.”
De vraag is alleen: wie wil er vrijwillig afstand doen van zijn kind?
Nah, een blok aan het been? Je zou het ook andersom kunnen bekijken: internet is een enorme last voor de krantenredactie. Of je kunt beredeneren dat ze elkaar perfect aanvullen: verdieping krant, snelle nieuws op internet.
Het maakt eigenlijk niet zoveel uit wie wie tot last is. Volgens mij is de redactiecultuur en… nou ja, voornamelijk bovenstaande punten het grote onderscheid. Een internetredactie als startup beschouwen is de beste aanpak. Niet zo van ‘wij van de krant doen internet er ook bij’, maar ‘we gaan een nieuw bedrijf beginnen en proberen dat te beschouwen alsof het vanaf nul begint’. Als je dat kunt combineren met kennis en kunde van een andere redactie (als een soort samenwerking tussen twee bedrijven), dan doe je het volgens mij goed. Het is in ieder geval de blauwdruk voor internetredacties die het op dit moment goed doen.
In het gebied van De Stentor is er al Salland Centraal. Een kleine startup dat begonnen is met een website, maar inmiddels ook een weekkrant heeft en uitgebreid is naar nog 2 regiogebieden met dezelfde opzet. Het nieuws is hyperlokaal, maar ook langere interviews en verhalen krijgen steeds meer de ruimte. Ik kom uit die buurt. Je hoort steeds vaker dat men de krant niet nodig heeft en aan Salland Centraal wel genoeg heeft. En zo zijn er in den lande wel meer voorbeelden van regiosites die vollediger zijn dan de krant en ook unieke content aan blijken te kunnen bieden. Denk aan PrachtigPekela bijvoorbeeld.