Van 9-11 november vond het Mozilla Festival in Londen plaats in. Hier komen journalisten, programmeurs en studenten samen om te bouwen aan het open web van de toekomst. Samen met Jaap Meijers, Heinze Havinga en Elger van der Wel was ik aanwezig om workshops te volgen en verslag te doen.
Foto gemaakt door MozillaEU, onder Creative Commons BY licentie.
Voordat het festival op zaterdag lostbarstte, brachten we een bezoek aan de Britse krant The Guardian. Datajournalist John Burn-Murdoch ontving ons op de gigantische redactie in hartje Londen.
‘Experimenteren, maar niet toegeven op de inhoud’, zo klinkt het mantra van open journalism op de Guardian-redactie. De datajournalisten zetten dat in op hun eigen manier: datasets vrijgeven, visualisaties van lezers publiceren en alleen tools gebruiken die voor iedereen beschikbaar zijn.
Dat heeft ook zijn nadelen, gaf Burn-Murdoch toe. De redactie ontvangt een enorme berg aan slechte visualisaties. En bij de keuze van tools zijn ze enorm beperkt, zodat het lang niet altijd goed werkt. Maar dat neemt de krant op de koop toe. ‘Deze strategie levert ons nu zoveel op, dat wij daar als krant in geloven.’
Luyendijk
Tijdens het gesprek werden we afgeleid door het voorbijlopen van Nederlander Joris Luyendijk, die bij The Guardian het Banking Blog bijhoudt. Hij interviewt daar topmensen in de financiële wereld om de wereldwijde economische crisis inzichtelijker te maken.
Met een kop koffie en een goed gesprek over journalistiek werden we door Luyendijk bijgepraat over zijn huidige baan. Als buitenstaander – zowel als buitenlander als niet-expert in financiele wereld – met frisse blik en nieuwsgierigheid naar die wereld kijken.
Ook hebben we over nieuwe vormen van journalistiek gesproken. Dat geïnterviewden zich verplicht in de comments moeten mengen. En dat comments onder een verhaal slimmer moeten, toegesneden op thema’s in discussie. En dat een nieuwsverhaal misschien wel meerdere versies moet hebben: voor beginners, gevorderden en experts. Journalistiek volgens nog ongeschreven regels.
Mislukte hackathon
Op zaterdag begon Mozilla Festival voor mij met een mislukte hackathon. Van tevoren had ik een licht vermoeden dat het niet enorm goed was georganiseerd, maar met RegioHack voor de deur leek het mij aardig om eens buiten mijn eigen comfort zone te kijken.
Het resultaat na 3,5 uur hackathon was minimaal: geen goede journalistieke verhalen en groep mensen die niets had opgestoken van de fouten die zij maakten. Als buitenstaander – zoals ik – enorm interessant om mee te maken, maar voor deelnemers erg frustrerend.
Nieuwe tools
In de middag werd ik bijgepraat over de digitale gereedschapskist van de moderne journalist. Het meest interessante van die sessie was de spanning tussen werken met templates en ontwikkelen van compleet nieuwe tools.
‘Templates zijn nuttig als je binnen een uur iets klaar moet hebben, maar voor echt grote projecten moet je met een blank canvas beginnen’, vindt Alastair Dant. Maar hoe kun je als journalist die vrijheid pakken als je continu onder tijdsdruk staat? Drie tools werden aan het publiek getoond en gedemonstreerd.
- Miso Project: Een eenvoudige library die visualisaties in overizchtelijke stappen opbouwt. Eerst de vorm van een visualisatie omschrijven, daarna de stijl bepalen en vervolgens interactiviteit bepalen. Met eenvoudige commando’s kun je een template opbouwen, maar het houdt genoeg flexibiliteit om voor afzonderlijke projecten te variëren. The Guardian heeft deze tool al eens gebruikt, bijvoorbeeld bij de bezuinigingen op het overheidsbudget.
- Anglebars: Een combinatie tussen twee al bestaande libraries, namelijk Angular en Handlebars. Dynamische data in een HTML-pagina kan vreemde resultaten opleveren, bijvoorbeeld pagina’s die moeten verversen om goed resultaat weer te geven. Anglebars organiseert data op de achtergrond en injecteert het resultaat netjes in een pagina.
- Kartograph: Een library om snel interactieve kaarten mee te maken. Het werkt met SVG-bestanden, dus niet in elke browser geeft het goed resultaat. Met relatief weinig code kun je vrij snel een imponerende kaart maken. Ook kun je veel interactiviteit om een kaart bouwen, zoals filters en gelinkte visualisaties.
Screen scraping
De afsluiting van de zaterdag was een workshop screen scraping. De belangrijkste les was er eentje die van tevoren niet was beloofd: voorbereiding, voorbereiding, voorbereiding.
Je moet behoorlijk veel installeren om de juiste scripts te laten draaien, je moet regelmatig in de terminal werken en op een Windows-machine is het nagenoeg onmogelijk om alles werkend te krijgen – behalve als je via ScraperWiki gaat scrapen. Maar wat mij vervolgens verbaasde, is dat het eigenlijk best eenvoudig is.
In feite bestaat een scraper uit een kleine verzameling van bouwstenen. Neem een aantal webpagina’s handmatig door, herken de logica in URL’s, tabellen div-elementen en zorg ervoor dat je script met de uitzonderingen overweg kan. Het advies van NPR-redacteur Brian Boyer luidt dan ook: ‘Doen is leren.’
Digitale boeken en kunstmatige intelligentie
Zondagochtend volgde ik een korte sessie over digitale lesboeken. De workshop werd door de Shuttleworth Foundation geleid: een organisatie die lesmateriaal digitaal beschikbaar wil maken, zodat het continu bijgewerkt wordt en up-to-date blijft.
‘Anything in, everything out. Everywhere.’ Wat betreft Katherine Fletcher gaat de toekomst van digitale (les)boeken er zo uitzien. Voor journalisten was deze sessie niet bijzonder interessant, maar het was goede inspiratie voor mijn eigen e-book over datajournalistiek. Hoe kan ik dat boek zo goed mogelijk blijven aanvullen met nieuwe artikelen?
Daarna werd ik door drie onderzoekers van Knight News Innovation Lab bijgepraat over de combinatie van kunstmatige intelligentie en journalistiek. Hoewel, zo intelligent waren de getoonde systemen ook niet.
Als voorbeelden kwamen Tweetcast Your Vote en Local Angle voorbij. En ja, op het eerste gezicht zijn dit hele coole projecten. Maar daar blijft het bij: aardige demo’s met coole technologie.
Aan het einde van de sessie benoemde een van de gespreksleiders het grootste probleem: ‘Het resultaat is niet altijd honderd procent precies, dus als je je journalisten-bril opzet, levert dat misschien problemen op.’ Het gaat er wat mij betreft niet om welke bril je op hebt, maar of het resultaat relevant is. En dat is het eigenlijk (nog) niet.
La Nacion Data
Ik sloot Mozilla Festival af met een presentatie door datajournalisten van de Argentijnse krant La Nacion. En whow, wat een enorm respect heb ik voor deze journalisten.
De Argentijnse overheid verstopt, manipuleert en blokkeert toegang tot informatie. Fraude met subsidies aan busmaatschappijen en inflatiecijfers is niet ongewoon in dit land. Overheidswebsites worden aangepast zodat het moeilijker wordt om informatie te vinden en scrapen. Of informatie wordt zonder reden verwijderd. In een land waar geen Wob is, lijkt het dan ook onmogelijk om als journalist je werk te doen.
De dataredactie van La Nacion – die vorig jaar is begonnen – heeft daarom een vergelijkbare strategie als The Guardian: experimenteren. Datajournalistiek werd in Argentinië een tijdlang met argwaan bekeken. ‘Om die skeptische houding de nek om te draaien, moeten we er de schouders onder zetten’, aldus datajournalist Ricardo Brom. ‘Als de overheid geen open data aanbiedt, doen wij het wel.’
De krant bewaart informatie, maakt het openbaar en biedt het aan. Aan lezers, maar dus ook aan concurrenten. Maar La Nacion zit daar niet mee. ‘Het houdt ons scherp. Als we de overheid, opendata-wereld en journalistiek willen ontwrichten, dan ontwrichten we onszelf misschien ook wel. Daar wordt niemand slechter van.’ Het digitale verzet tegen niet-openbare informatie – hacktivism genoemd – is in volle gang.
Het was voor mij een fijne afsluiting van een mooie MozFest. Qua datajournalistiek heb ik enorm veel spannende dingen opgepikt. De gesprekken die je tussen de sessies door hebt met collega’s helpt ook mee. Je stapt maandag enorm vermoeid op het vliegtuig naar Nederland, maar geloof me, het is het waard. Mozilla Festival 2013 kan ook volgend jaar weer op ons rekenen.