Niet alles dat op kaart kan worden gezet, moet op een kaart worden gezet

Zelden heeft een kaart tot zoveel discussie en ophef geleid als de wapenvergunningenkaart van het Amerikaanse Lohud. De website vroeg de wapenvergunningen in Westchester en Rockland op, kreeg de informatie op adresniveau en publiceerde de gegevens als zodanig.

De journalisten van de website wilden hiermee een nieuw perspectief op wapenbezit presenteren, na de schietpartij in Newtown. Dat is ze eigenlijk niet gelukt door alle commotie die deze kaart veroorzaakte.

Vergunninghouders voelden zich op hetzelfde niveau gesteld als verkrachters en pedofielen. Buurtbewoners voelden zich bedreigd, al dan niet omdat ze wel (‘iemand komt mijn wapens stelen’) of geen (‘ik kan me niet verdedigen’) wapens thuis hebben liggen. Vervolgens werden bij een tegenactie de adressen van de verslaggevers gepubliceerd.

Ik heb in de dagen na de publicatie van deze kaart in flinke twijfel gezeten over de manier waarop Lohud dit heeft aangepakt.

Het was een tegenstrijdig gevoel. Aan de ene kant wil ik zoveel mogelijk data ontvangen, zeker op adresniveau. Daarover heerst bij mij geen enkele twijfel. Of ik het vervolgens ook op adresniveau publiceer, is het grote discussiepunt. Maar allereerst naar een Nederlands voorbeeld van een paar maanden geleden.

Vergunningen in Nederland

Want ook in ons land zijn deze gegevens gepubliceerd, echter enkel op gemeenteniveau. Samen met Brenno de Winter heb ik een Wob-verzoek ingediend om deze gegevens te krijgen (tegelijkertijd heeft RTL Nieuws datzelfde verzoek ingediend). De analyse van de data leverde een paar hele goede conclusies op.

Waar de meeste media meldden dat het aantal wapenvergunningen na ‘Alphen aan de Rijn’ daalde door een stijging in het aantal ingetrokken vergunningen, bleek dat toch iets anders te liggen: het aantal intrekkingen stijgt al sinds 2009. Dat patroon is niet veranderd. Het aantal weigeringen is wel enorm gestegen sinds vorig jaar. Data-analyse gaf ons een extra voordeel ten opzichte van de overige media. Er werd meer gedaan dan enkel informatie op een kaartje te zetten.

Ja, ik had ook graag gewild dat de adressen van vergunninghouders in een extra kolom waren toegevoegd. Niet om ze te publiceren, maar om nog betere analyses uit te voeren. Goede datajournalistiek begint klein en eindigt groot.

Onze Wet Openbaarheid van Bestuur beschermt echter persoonlijke informatie. Dat is een fijne gedachte, anders zouden al mijn persoonlijke gegevens die in bezit van de overheid zijn altijd door iedereen op te vragen zijn.

Helaas wordt die privacy vaak als drogreden aangevoerd om een Wob-verzoek te weigeren/beperken. Maar dat is op dit moment niet de discussie. Terug naar het eigenlijke punt, namelijk de manier waarop deze gegevens zijn verwerkt.

Visualisatie

Is het overigens al opgevallen hoe slecht de visualisatie eigenlijk is? De puntjes zijn zomaar op de kaart geplot – overigens vrij eenvoudig om te doen. Het is de meest luie manier om dit weer te geven. Je kunt nauwelijks goede conclusies uit deze visualisatie trekken. Een geaggregeerde vorm is dan beter. Hieronder is daar een voorbeeld van te zien (hier interactief).

Ook aan deze visualisatie valt genoeg te verbeteren, maar het komt dichter in de buurt van een nieuwsverhaal. De informatie is gekneed, er zit een duidelijke onderzoeksvraag achter. En belangrijk, het geeft een eerlijk beeld van de verstrekte wapenvergunningen.

Er zit namelijk nog een gevaarlijk misverstand in de oorspronkelijke kaart: dit zijn wapenvergunningen, maar niet per se wapenbezitters. Het is een makkelijk te maken fout – ik heb het zelf op Twitter ook een paar keer verkeerd verwoord – met grote gevolgen voor de conclusies die je daaruit kunt trekken.

Ook adjunct-hoofdredacteur Marc Schreuders maakt deze denkfout in zijn blog. Nogmaals, op deze kaart zie je niet wie een wapen thuis heeft liggen.

Als krant moet je HEEL DUIDELIJK AANGEVEN dat het om personen gaat die toestemming hebben om een wapen te bezitten. Zo niet, dan laat je ruimte voor lezers om met hun eigen vooroordelen conclusies te laten trekken. Bedenk daarbij ook dat personen die een wapen bezitten, dat vaak niet in hun eigen huis bewaren, maar in de kluis op de schietclub.

Het adres van de vergunning staat echter op het huisadres. En over een half jaar is deze lijst weer verouderd, dus blijft de website deze informatie updaten? Doen ze dit verzoek nu elke week? De kaart is misleidend.

‘The surgeon’s tool’

Volgens mij is het grootste kritiekpunt op deze kaart het gebrek aan nieuws. Op Poynter staat een erg goede analyse: de krant wordt aangevallen op hun hijgerige gedrag, maar je kunt ze juist verwijten dat ze te weinig agressief zijn geweest in de verslaggeving. Het artikel gaat nauwelijks in op de conclusies die uit de data kunnen worden gehaald. Het is een Vox Pop bij gebrek aan data-analyse.

Poynter maakt een treffende vergelijking: ‘use the surgeon’s tools, not a chainsaw approach.’ Je moet gezond weefsel alleen pijn doen als het probleem daarmee wordt aangepakt. In dit geval laat de website zijn verantwoordelijkheid liggen.

There is journalistic purpose and careful decision-making supporting those stories. But The News Journal is taking heat for starting a gunfight just because it could.

In andere woorden: niet alles dat op een kaart kan worden gezet, moet op een kaart worden gezet. Als je het doet, denk er dan goed over na of die vorm de beste vorm is. En wees agressief in het najagen van nieuws. Doe data-analyse. Graaf in de informatie.

Als verweer bracht uitgever Janet Hason van Journal News Media Group de volgende verklaring (opgeschreven door verslaggever Randi Weiner.

Frequently, the work of journalists is not popular. One of our roles is to report publicly available information on timely issues, even when unpopular. We knew publication of the database (as well as the accompanying article providing context) would be controversial, but we felt sharing information about gun permits in our area was important in the aftermath of the Newtown shootings.

Het wordt journalisten ongelooflijk moeilijk gemaakt om hun werk te doen. Veel data wordt verstopt of gemanipuleerd. Het is te prijzen dat een medium deze informatie opvraagt en de overheid eens voor het blok zet om na te denken over een goed opendata-systeem.

Echter, deze publicatie lijkt een averechts effect op te wekken. Meer bescherming van data, minder voldoen aan informatie-aanvragen. Senator Greg Ball ziet zijn kans al schoon om het deksel op de databank te schroeven.

Alsnog heb ik mijn twijfels. Volgens mij is het opvragen en ontvangen van deze data de normaalste zaak van de wereld. En volgens de Wob moet dat niet alleen voor journalisten gelden, maar voor iedereen. Als ik voor openheid ben, moet ik ook accepteren dat iedereen deze informatie op elk moment kan inzien en interpreteren.

De manier waarop Lohud deze data echter verwerkt is zo ontzettend slordig, dat het zomaar eens zou kunnen dat de wetgeving in Amerika nog strenger wordt. Op het moment dat journalistiek zijn plekje in de opendata-wereld kon claimen, faalde het hopeloos.

Dus moet ik nu voor of tegen het publiceren van adressen zijn? Ik weet het niet.

Dit artikel stond ook op De Nieuwe Reporter.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *