Vijf misverstanden over datajournalistiek

data-journalism-image

“Wij doen niets met datajournalistiek, want…” Inderdaad, je kunt altijd wel een goede smoes verzinnen om iets niet te doen. Het is een van de oorzaken dat het niet zo goed met kranten gaat: elke dag ontkennen dat de zon opkomt.

En aan de andere kant heb je de ‘wij vinden alles fantastisch’-journalisten. Een veelkleurige, multi-klikbare, onbegrijpelijke en op verkeerde data gebaseerde visualisatie? De #awesome, #datajournalistiek en #waaromalleenbijNYTenGuardian’s zijn niet aan te slepen.

Beide groepen hebben iets gemeen: ze baseren hun argumenten op misverstanden. Ik heb er vijf op een rijtje gezet.

Datajournalistiek = datavisualisatie

Een visualisatie is niet per se datajournalistiek, en vice versa. Het kan elkaar aanvullen, maar een goede visualisatie (soms niet eens gebaseerd op data) wordt nog regelmatig verward met goede datajournalistiek.

Simpel gezegd, datajournalistiek in een vorm van journalistiek. Politiek verslaggevers interviewen politici, datajournalisten interviewen spreadsheets. Je stelt een vraag, zoekt bronnen, doet een bewerking om de correcte informatie eruit te krijgen en kiest de beste presentatievorm.

Die presentatievorm kan (let op: kan) een datavisualisatie zijn. Je geeft lezers inzicht in de informatie die je tijdens jouw onderzoek hebt verzameld. Alberto Cairo, de schrijver van The Functional Art en docent aan de universiteit van Miami, verwoordde het beter dan ik dat kan:

Graphics […] extend your visual perception; think of them as X-ray glasses that let you see the truths hidden behind walls made of data. This relationship between forms and functions is complex, but very important.

Je moet datajournalistiek in een team doen

Hier wordt vaak de New York Times vaak als voorbeeld aangehaald. Daar wordt in een flexibel team van zo’n 15-20 personen aan visualisaties en onderzoeken gewerkt. Het is ook een goede slide in elke presentatie over datajournalistiek. Je moet met minstens drie personen werken, namelijk een journalist, een programmeur en een ontwerper.

Maar niets is minder waar. De groepswerkpredikanten gaan er vanuit dat elke organisatie volgens dezelfde regels werkt. De dagelijkse praktijk leert dat datajournalistiek voor elke redactie iets anders kan betekenen. Bij NU.nl is het a) visualisatie van cijfers bij snel nieuws en b) eigen onderzoek. Bij nrc.next is het ook de dagelijkse factcheck-rubriek. En bij de Guardian is het bijvoorbeeld veel meer een visueel instrument en aanleiding om data openbaar te delen.

Dat heeft uiteraard gevolgen voor de competenties die je nodig hebt. Een onderzoeksredactie heeft geen ontwerper nodig. Wellicht kun je de taken van een programmeur op projectbasis binnenhalen. Dat je de drie rollen binnen datajournalistiek in theorie kunt aanwijzen, betekent niet dat ze in de praktijk altijd nodig zijn.

Het draait om ‘tooltjes’

“Ik wil graag met datajournalistiek beginnen. Heb jij nog een tooltje voor me?” Allereerst, goed dat je iets nieuws wilt leren, maar begin bij de basis. Een goede hamer maakt nog geen goede timmerman.

Als je met datavisualisatie aan de slag wilt gaan, leer dan allereerst wat een goede en slechte visualisatie is. Volg een online cursus, lees een boek, stel vragen aan experts. En ga daarna pas aan de slag met visualisatiesoftware.

Mijn stelling: de standaard instellingen zijn altijd de verkeerde instellingen. Om een of andere reden is visualisatiesoftware altijd verkeerd ingesteld. Ga je dus zonder kennis van zaken aan de slag, dan maak je talloze lijngrafieken zonder nulpunt op de y-as. Is dat dan erg? Ja, dat is erg.

Journalisten laten zich nog te vaak meeslepen door techniek. Als een visualisatie er goed uitziet, verdwijnt elke vorm van kritisch vermogen.

Laatst was ik bij een demo van een nieuw softwarepakket voor datavisualisatie. Bij een zogeheten ‘bubble chart’ sprak de presentator de volgende woorden uit: “We weten dat het een hele slechte vorm van visualisatie is, maar je ziet het steeds meer in de media.” Slecht voorbeeld doet slecht volgen.

Datajournalistiek is duur

Dan vraag ik mij af: wat maakt het dan duur? De software is in veel gevallen gratis of goedkoop, de data is eveneens (meestal) gratis beschikbaar. En het is niet zo dat al die datajournalisten in dure auto’s rondrijden – aldus de met het OV van de baas forensende NU.nl-datajournalist.

Je kunt het zo duur maken als je zelf wil. Dat eerder genoemde datateam? Neem drie personen aan als je eigenlijk met eentje aan de slag kunt. Die tooltjes waarvan je niet weet hoe ze werken? Neem een dure licentie af om een visualisatie online te zetten waarvan je eigenlijk niet weet wat de lezer er mee doet.

Ontwikkel een duidelijke visie over jouw datajournalistieke redactie. Wil je responsive infographics of een vaste breedte? Alles in de eigen huisstijl of de standaard opmaak? Wil je een softwarepakket dat direct vanuit de verpakking werkt of ga je bestaande visualisatie-libraries aanpassen? Met het antwoord op zulke vragen kun je betere keuzes maken en geld besparen.

Het is de toekomst van de journalistiek

Als ik een goede marketeer was, zou ik het hiermee eens moeten zijn. Natuurlijk, datajournalistiek is de toekomst. Elke journalist moet werken zoals ik dat doe. Als je over tien jaar nog werk wilt hebben, dan moet je mij vooral inhuren voor cursussen, workshops, trainingen.

Maar ik ben hier heel eerlijk over. Datajournalistiek is ongelooflijk nuttig, soms zelfs noodzakelijk voor een goed verhaal. Maar het is slechts een van de vele facetten van journalistiek. Over vijf tot tien jaar noemen we het waarschijnlijk niet eens meer datajournalistiek, maar simpelweg (onderzoeks)journalistiek.

Dit is het beste uit te leggen met de vijf W’s van de journalistiek. Een spreadsheet geeft namelijk slechts antwoord op vier W’s: Wie, Wat, Waar en Wanneer (ervan uitgaande dat deze informatie in de data zitten). De Waarom-vraag kan nooit door een spreadsheet worden beantwoord. Daarvoor moet je echt een persoon van vlees en bloed spreken.

En wat is er mis met een goede interviewer? Soms geeft dat veel betere inzichten dan een analyse met procenten, indexen en geografische verdelingen. Datajournalistiek heeft alles in zich wat journalistiek tot zo’n schitterend beroep maakt, maar het is geen wondermiddel.

Dit artikel stond eerder op De Nieuwe Reporter.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *